Op het eerste zicht lijkt Santander als haven- en universiteitsstad misschien geen toeristische hoogvlieger. Maar als je de strandboulevard hebt afgelopen, als je in de oude stadskern hebt gewandeld, de kathedraal hebt gezien en tot op het schiereiland Peninsula de la Magdalena bent geweest, dan zal je vaststellen dat er toch redelijk wat te zien is. Omdat de stad ten prooi viel aan een immens grote brand in 1941, diende heel veel heropgebouwd te worden. Het maakte van Santander een stad waar veel groen aanwezig is, waar een uitnodigende strandboulevard is aangelegd en een jachthaven het leuk maakt zowel voor waterliefhebbers als de toeristen. Als je de jachthaven voorbij bent gewandeld kom je vanzelf op het genoemde schiereilandje. Het is genieten om er helemaal eens rond te stappen. Bovendien telt Santander twee stranden, eentje van zo'n kilometer en het andere is ca. drie kilometer lang. Beide hebben wel een ander uitzicht.
De oude historische kern bevat tal van bezienswaardige gebouwen. De kathedraal moest ook worden gerestaureerd na de brand. Ook voor het stadhuis geldt dat en toch zien de twee gebouwen er vrij oud uit. Het mooiste plein is de Plaza Porticada maar de Plaza de Pombo heeft ook zeker mooie gebouwen en een kerk. Er zijn enkele musea voor de cultuurliefhebbers (kunst, archeologie, maritiem).