33 x Top bezienswaardigheden Antwerpse Kempen! Wat zien & doen?
Op ontdekking in eigen land? De Antwerpse Kempen is er de ideale regio voor! In tal van stadjes en dorpen ontdek je verrassende historische monumenten (kerken, kastelen, hoeven) en vooral ontzettend veel groen dat uitnodigt tot wandelen en genieten. Rust en stilte vind je op tal van plaatsen.
Lees verder voor onze favoriete plekjes in de Antwerpse Kempen.
Inhoud artikel
Pakawi Park - Balen
De Pakawi Park (vroeger Olmense Zoo) in Balen is een kindvriendelijk dierenpark van 12 ha waar zo'n tweehonderd soorten dieren een onderkomen hebben. Allerlei exotische diersoorten wachten op je bezoek, vooral de witte tijgers en de witte leeuwen zullen je aandacht trekken. Er is ook een reuze wandelvolière, met ruim honderd exotische vogels, waarin je vrij kunt rondwandelen. Daarnaast zijn er ook nog een reptielenhuis, een kinderboerderij, een museum, een speeltuin en een treintje. Neem ook een kijkje in Casa Panthera, waar onder meer zwarte en gevlekte panters huizen.
Praktische info
- De Olmense zoo is in de zomer elke dag geopend tussen 10 en 19u.
- In de wintermaanden van november tot maart is de zoo enkel in het weekend open tussen 10 en 17u.
- Meer info: www.pakawipark.be
Artilleriemuseum Gunfire – Brasschaat
Brasschaat is ontegensprekelijk verweven met het militaire verleden van België. Veel verschillende eenheden hebben hier al een onderkomen gehad, maar Brasschaat is vooral de bakermat van de Belgische artillerie. In het Artilleriemuseum Gunfire krijg je inzicht in de werking van de artillerie, er staat een rijke collectie tentoongesteld met voertuigen en materiaal.
Het grootste deel van de collectie is uit de periode van de Koude Oorlog, maar ook uit de twee wereldoorlogen zijn er enkele waardevolle stukken. Daarnaast is er in het museum ook aandacht voor de geschiedenis van Maria-Ter-Heide en het Kamp van Brasschaat. Meer info op de website.
Watermolen van Grobbendonk
De watermolen van Grobbendonk behoorde in de 13de eeuw toe aan de Heren van Grobbendonk en de St-Bernardsabdij van Hemiksem. Hij werd verschillende malen door brand vernield. In 1921 werd de watermolen helemaal vernieuwd en geklasseerd als monument. Sinds 1962 zijn de molen en de pittoreske omgeving beschermd. De molen maalt nog steeds op waterkracht dagelijks haver en gerst, dat daarna gebruikt wordt voor paardenvoer. Het is de familie Van Hool die de molen draaiende houdt.
Kasteel Le Paige - Herentals
De Le Paiges waren vroeger een vooraanstaande familie in Herentals. Het kasteel dateert uit 1892 en architecturaal zie je een neo-stijl met zowel elementen uit de renaissance, barok als classicisme. Het interieur is dan weer art-nouveau.
Bij de geboorte van Henri Le Paige liet zijn vader dertig eiken planten op het domein, die het begin vormden van het arboretum waren dat er vandaag nog steeds is. Vandaag kan je hier meer dan 70 verschillende boomsoorten bewonderen! Het arboretum is van 15 april tot 15 september alle dagen open van 8 uur tot 21 uur, van 16 september tot 14 april alle dagen van 8 tot 18 uur.
Begijnhof - Herentals
Het begijnhof van Herentals heeft een geschiedenis die teruggaat tot de 13de eeuw en heeft ooit meer dan 1000 begijnen gehuisvest. Daarmee is het wellicht het oudste begijnhof van de Kempen maar wat je nu te zien krijgt is 17de eeuws. Sinds halfweg vorige eeuw verblijven er hier wel geen begijnen meer.
- De sierlijke gothische Sint-Catharinakerk is ook zeker een bezoekje waard. Je kan de kerk bezoeken van eind april tot eind september, telkens van vrijdag tot zondag tussen 14 en 17u.
- In de infirmerie is het begijnhofmuseum gevestigd. Het museum kan enkel bezocht worden als onderdeel van een stadswandeling.
- Daarnaast is het ook in de zomermaanden steeds de eerste zondag van de maand tussen 14 en 17u open voor bezoek.
- Sedert halfweg vorige eeuw verblijven er hier geen begijnen meer. De volledige site is beschermd.
Hidrodoe - Herentals
Hidrodoe in Herentals is een topper in de regio om met het hele gezin te ontdekken. Het is een interactief waterdoecentrum, waar je meer te weten komt over de wetenschap van water.
In Hidrodoe kan je zelf experimenteren en onderzoeken, uitvissen en ondervinden, beleven en ervaren. Je leert er water kennen met al je zintuigen. Enkele activiteiten die je kan doen: je eigen waterstofraket lanceren, een gigantische draaikolk creëren, watervoetbal spelen, …
Praktische info
- Hidrodoe is open van 9.30 tot 17.00 uur - ook op zondag.
- Op woensdag en zaterdag is het centrum gesloten.
- Meer info: www.hidrodoe.be
Sint-Catharinakerk – Hoogstraten
Je moet zeker een bezoek brengen aan de St.-Catharinakerk van Hoogstraten met zijn toren van 105 meter hoog. Het is daarmee een van de hoogste bakstenen gebouwen ter wereld. Opvallend is natuurlijk zijn baksteenstructuur met witte zandsteen, die ook wel speklagen genoemd worden. Maar het is vooral het interieur dat deze kerk zo indrukwekkend maakt. Meest opvallend zijn de praalgraven, koorbanken en wandtapijten.
- De kerk is elke dag geopend.
- Van maandag tot vrijdag tussen 9 en 12u en 13 en 16u.
- Op zaterdag van 10 tot 12 en 13 tot 16u.
- Op zondag is de kerk open van 10 tot 14u.
- Meer info: www.hoogstraten.be
Begijnhof – Hoogstraten
Het begijnhof van Hoogstraten ontstond al in 1380. De kerk en het begijnhof zijn niet alleen een oase van rust maar werden ook prachtig gerestaureerd door de vzw Het Convent. Dit was een uniek concept waarbij enkele bewoners van Hoogstraten elk een van de huisjes renoveerden en samen de gemeenschappelijke delen aanpakten. Dit unieke restauratieproject viel meermaals in de prijzen. Het begijnhof werd na de renovatie ook erkend als Werelderfgoed van de Unesco.
De begijnhofkerk is een driebeukige kerk in baksteen die in de jaren 1680-1687 door Libert Fabri werd gebouwd. Met uitzondering van de barokke voorgevel, is deze kerk aan de buitenzijde een sober gebouw. De toegang is rijkelijk versierd met een portaal uit arduin. Boven de deur, in een nis met schelpmotieven, prijkt het beeld van Maria.
Praktische info
- Het begijnhof is dagelijks vrij toegankelijk.
- De begijnhofkerk is vanaf de opening van het toeristisch seizoen (4de zondag van april) t/m 31 oktober dagelijks vrij toegankelijk.
Kalmthoutse heide
De Kalmthoutse Heide is één van de oudste en grootste natuurreservaten van Vlaanderen. Het is een zeldzaam relict van het vroeger zo uitgestrekte Europese heidelandschap. De “achtertuin van de Antwerpenaren” heeft zich in de voorbije jaren ontwikkeld tot een echte publiekslieveling. Trek je wandelschoenen aan en laat je verrassen door de vele zeldzame dier- en plantensoorten. De Kalmthoutse heide is een echte must-see in de Kempen!
Een aanrader is om je wandeling te beginnen bij het natuurecudatief centrum De Vroente, hier kan je gratis een tentoonstelling over de Kalmthoutse Heide bezoeken, en je vindt er ook educatieve paketten. In het centrum kom je ook meer te weten over de bewegwijzerde paden door de heide die je kan volgen. Meer info op www.devroente.be
Kabouterberg - Kasterlee
Het Kabouterbergbos in Kasterlee is een aanrader om met (kleine) kinderen te doen, ze zullen zich hier geen minuut vervelen. Je vindt er zandduinen met luchtwortels, en veel ruimte om te spelen. De klim naar het kabouterhuisje boven op de berg is niet zonder hindernissen.
- Tijdens de Paasvakantie, de zomervakantie en de herfstvakantie is er elke dag om 14u een vertelbeurt, waarbij een verteller je allerlei kabouterverhalen vertelt terwijl je rondwandelt in het bos. Inschrijven kan vanaf 13.30 u.
- Voor meer info verwijzen we je graag naar de website.
Bobbejaanland, Lichtaart-Kasterlee
Wil je de adrenaline opzoeken? Dan is een bezoekje aan Bobejaanland een schitterend idee! Dit pretpark heeft zich ontpopt tot een hip en zeer modern attractiepark. Schreeuw de longen uit je lijf in de Typhoon-rollercoaster, Sledge Hammer en de nieuwe Fury attractie. Liever iets rustiger? Er zijn ook attracties voor de kleintjes aanwezig, die kunnen genieten van een ritje in de Convoy Trucks, de Ponyride of naar hartenlust ravotten in de speeltuin Kinderland.
Meer info: www.bobbejaanland.be
Begijnhof - Lier
In 1258 werd het Begijnhof van Lier gesticht onder impuls van enkele rijke weduwen en ongehuwde vrouwen. Verspreid over 11 straatjes staan er 162 huisjes in uiteenlopende toestand van bewaring. Samen met de andere Vlaamse begijnhoven werd ook dat van Lier in 1998 erkend als Werelderfgoed van de UNESCO.
- De begijnhofkerk is toegewijd aan de H. Margaretha van Antiochië, patrones van het begijnhof.
- Na de inwijding in 1671 duurde het nog een eeuw eer de kerk helemaal voltooid was, vandaar ook het verschil in stijl tussen kerk (barok) en klokkentoren (rococo).
- Kijk ook even naar de torenuurwerken: de enige wijzer duidt hier alleen het uur aan.
Als je een goed beeld wilt krijgen van het leven in het Lierse begijnhof vroeger is de historische thriller “Toevluchtsoord” van stadsgids Lydia Verbeeck een aanrader. Ook de auteur Felix Timmermans haalde veel inspiratie bij het begijnhof. Zijn novelle "De zeer schoone uren van Juffrouw Symforosa, begijntjen" (1918) speelt zich grotendeels hier af.
Het begijnhof is dagelijks geopend tot 22u.
Zimmertoren in Lier
In de Zimmertoren wordt het levenswerk tentoongesteld van Louis Zimmer (1888-1970), ooit de knapste kop van de stad. Deze toren uit de 14de eeuw, een onderdeel van de eerste stadsomwalling, werd in 1930 omgebouwd om de “Astronomische Studio” om enkele klokken van Louis Zimmer onder te brengen. De bewegingen in ons zonnestelsel, inclusief de aswentelingen van planeten, worden er getoond. De bekendste klok in de toren is de “Wonderklok”, waarin de tijd op diverse wijzen wordt voorgesteld.
Sint-Gummaruskerk – Lier
Toen men in 1378 in Lier aan de bouw van de Sint-Gummaruskerk begon besefte niemand dat het werk twee eeuwen zou aanslepen. Vandaar ook de verschillende bouwstijlen in het eindresultaat: van onder naar boven achtereenvolgens gotisch, barok en rococo. De meest opmerkelijke kunstwerken in dit gebedshuis zijn de eeuwenoude glasramen, waarvan sommige dateren uit de 16de eeuw.
- De Sint-Pieterskapel is een romaanse kapel oorspronkelijk van rond 1225, toen ze in de plaats kwam van een houten kerkje uit de 8ste eeuw.
- Na de verwoesting tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de kapel in 1922 heropgebouwd.
- Hier rustte ooit Sint-Gummarus: zijn lege graf bevindt zich achter het altaar.
Stadhuis en Belfort – Lier
Het stadhuis annex belfort beheerst al eeuwenlang de Grote Markt van Lier. Tot in de 15de eeuw deed het stadhuis dienst als lakenhalle, maar die functie werd toen overgebracht naar het Vleeshuis (links achter het stadhuis). Het huidige uitzicht dateert grotendeels van 1740, toen er een grondige verbouwing in rococostijl was.
Het meest bijzondere onderdeel van het stadhuis is de prachtige eiken wenteltrap in de hal. Ook de raadszaal met zijn fraaie beschilderde plafond is beslist een bezoek waard. Het bijhorende belfort is nog ouder, het dateert uit 1369. Nu huist er een automatische beiaard!
Ontdek bovendien onze uitgestippelde stadswandeling in Lier, die brengt je langs de leukste plekjes in deze historische stad.
Heggekapel - Poederlee
De Heggekapel in Poederlee dateert uit 1441 en is daarmee het oudste gebouw van Lille. Mogelijks is de kapel op het moment van je bezoek gesloten maar door een raam zie je een mooi barokaltaar en daarboven hangt een schilderij van Hendrik de Clerck (1570-1629), het ‘Wonder van Hegge’. Dat schilderij vertelt het verhaal van het wonder waarom er hier een kapel gebouwd werd.
Wonder van de Hegge
- In 1412 stal Jan van Langersteden een ciborie (gewijde beker met deksel voor het bewaren van geconsacreerde hosties) met vijf hosties uit de kerk van Wechelderzande.
- Op de terugweg naar zijn verblijfplaats in Herentals verdwaalde de dief in deze omgeving van de Hegge. Op de plaats waar nu de kapel staat zou de dief de vijf hosties hebben verstopt in een konijnenpijp.
- Nadat hij de weg teruggevonden had naar de herberg in Herentals, wachtte hem daar een schout op die de kelk verstopt in zijn kleren vond. De dief bekende deze heiligschennis.
- Zijn hand werd afgehakt en voor hij werd opgeknoopt, gaf hij ook nog aan waar hij de hosties had achtergelaten. Deze werden helemaal gaaf teruggevonden nadat ze toch 8 dagen daar hadden gelegen.
Dit “Wonder van de Hegge” geeft sindsdien aanleiding tot periodieke vieringen rond de kapel. Elk jaar is er een processie op de zondag na de Sacramentsdag en elke 25 jaar is er de Ommegang van de Hegge, een schouwspel dat door vele duizenden toeschouwers wordt bijgewoond.
Hof d’Intere - Wechelderzande
Het Hof d’Intere bestaat uit een omwald kasteeltje uit 1649 in bak- en zandsteenarchitectuur omgeven door een mooi parkje. Van 1686 tot 1964 deed het gebouw dienst als pastorie, daarna als gemeentehuis. Nu is het in gebruik als bibliotheek. Het heeft mooie glasraampjes en de smeedijzeren windwijzer op het dak benadrukt de adellijke oorsprong van het Hof. Wat wij nu als de voorkant aanzien was vroeger de achtergevel van het kasteeltje.
Kasteel de Renesse - Malle
Het kasteeldomein de Renesse is genoemd naar de familie de Renesse afkomstig van het gelijknamige dorp in Zeeland. Jan de Renesse zou aan de zijde van de Vlamingen deelgenomen hebben aan de Guldensporenslag. Het sinds 1982 geklasseerde kasteel kende een woelige geschiedenis. Het werd talloze malen belegerd en platgebrand.
In 1984 werd een aanvang genomen met de restauratie van het kasteel. Vzw Domein de Renesse zette zich in om het domein van 20 hectare, met het kasteel, het koetshuis en de rentmeesterswoning in zijn historische context te bewaren. In het Koetshuis huist nu de Heemkundige Kring van Oostmalle, naast het gelijknamige cafetaria-restaurant. In 1994 werd het centrale middendeel van het kasteel gerestaureerd.
Kasteel van Westmalle
De voornaamste bezienswaardigheid van Westmalle is natuurlijk de Abdij van de Trappisten, omgeven door groen dat doorsneden wordt door prachtige dreven. Behalve heerlijk bier wordt hier ook kaas bereid. De leefregels van de gemeenschap van monniken laten geen bezoek aan de abdij of de brouwerij toe. Je kan wel een bezoek brengen aan het kasteel van Westmalle.
Geschiedenis
- De geschiedenis van het Kasteel van Westmalle gaat terug tot 1100, toen de meiers, vertegenwoordigers van de Hertogen van Brabant, de Hoeve ten Driessche bewoonden. Ridder Erard de Cotereau verbouwde de hoeve in 1561 tot een echte burcht met omwalling, poort en valbrug.
- Tijdens de Tachtigjarige oorlog deed het kasteel dienst als schuilplaats voor de Westmalse bevolking. In 1586 verbleven ze er langdurig om zich te beschermen tegen de muitende Spaanse soldaten.
- In 1820 komt het kasteel toe aan baron August de Norman. Het was in slechte staat en de baron begon met de restauratiewerken en het optrekken van nieuwe gebouwen, waaronder de ronde bouw.
- De laatste eigenaar, baron Jacques van der Straten Waillet, vroeg en kreeg in 1978 de klassering van het kasteel en zijn omgeving.
Het kasteel is nog steeds bewoond en kan dus niet bezocht worden vanbinnen, je kan het wel bewonderen tijdens een wandeling of als je een gids boekt om in het kasteelpark rond te wandelen.
Pottenfontein in Olen
De potten van Olen is een van de bekendste volksverhalen over Keizer Karel. In de 16de eeuw was er in Olen een herberg waar nogal veel bier werd gedronken.
- Toen Keizer Karel aan het jagen was in de bossen van Olen kwam hij er wel eens langs om een pot bier te drinken. Hij ging echter niet naar binnen en bleef op zijn paard zitten. De herbergierster moest dan die zware pot aanreiken en hield die vast aan de oor. Daardoor kon de keizer echter de pot niet goed overnemen. Hij vroeg dan ook voor de volgende keer een pot met twee oren te bezorgen.
- De wil van de keizer was wet en zo had die herberg een pot met twee oren voor het geval Keizer Karel nog eens op bezoek zou komen. Bij een van die volgende jachtseizoenen kwam hij inderdaad nog eens langs die herberg. Maar de vrouw nam die zware pot nu met de beide oren vast zodat de keizer opnieuw moeite had om die vast te nemen. Hij vroeg dan om bij de volgende keer een pot met drie oren te voorzien.
- Maar het bleef mis gaan want bij zijn volgend bezoek greep de vrouw de pot bij twee oren en het derde oor was naar haar borst gericht en niet naar de keizer. Opnieuw had de keizer problemen maar nu greep hij onder de pot door naar het derde oor...
Die herberg bestaat nog steeds op het dorpsplein en daar zou volgens de legende de pot bewaard worden: Brasserie de oude pot van Keizer Karel. Op het plein staat ook de Pottenfontein. Nog meer verhalen van Keizer Karel kan je lezen in het boek 'Van stroppendragers en de pot van Olen' uitgegeven door het Davidsfonds.
Kamp C - Westerlo
Kamp C, ook gekend als "Provinciaal Centrum Duurzaam Bouwen & Wonen", staat synoniem voor duurzaam bouwen! Ga je bouwen of verbouwen en wil je dit op een verstandige wijze doen? Of vraag je je af wat duurzaam bouwen nu echt betekent? Dan kan je terecht in Kamp C. Daar geven experts je individueel advies, een themagerichte rondleiding, een infosessie of een praktische workshop. Als je concrete bouwplannen hebt, kun je gratis je plannen op duurzaamheid laten screenen tijdens een sessie ‘bouwadvies’.
In EXPO C vind je een unieke tentoonstelling over alles wat je moet weten over duurzaam omspringen met ruimte, energie, materialen en water. Wil je in levende lijve ervaren wat wonen in een bio-ecologische woning betekent? Bezoek dan de voorbeeldwoning Casana. Het infocentrum heeft beperkte openingsuren, raadpleeg daarom vooraf hun website: www.kampc.be
Fort van Oelegem
Het Fort van Oelegem, in de gelijknamige deelgemeente van Ranst, heeft een oppervlakte van 19 hectare en wordt omringd door een natte gracht gevoed door het Antitankkanaal. Deze versterking, nu bevolkt door enkel vleermuizen, bevindt zich achter het Provinciaal Groendomein Vrieselhof met daarin een kasteel in renaissancestijl en uitgestrekt park.
Het fort van Oelegem in Ranst was, samen met dit van Koningshooikt, het grootste en zwaarst bewapende fort van de vesting Antwerpen. Nu biedt het fort onderdak aan tal van vleermuizen, want het gebouw voldoet aan de eisen die deze gevleugelde zoogdieren aan hun winterverblijf stellen: het is er rustig en de luchtvochtigheid en temperatuur zijn er constant.
Meer info over een bezoek op de website.
Provinciaal Groendomein Vrieselhof
Zowat halfweg tussen Oelegem en Schilde ligt het Provinciaal Groendomein Vrieselhof. Het kasteel in renaissancestijl en het bijhorende uitgestrekte park kwamen in 1920 tot stand in opdracht van graaf de Brouckhoven de Bergeyck. Het domein bleef eigendom van die familie tot de erfgenamen in 1974 het kasteel en de gronden, met een totale oppervlakte van 76 hectare, verkochten aan de provincie Antwerpen.
Het domein is alle dagen vrij toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang. Het bezoekerscentrum is alle dagen vrij toegankelijk van 10 tot 18 uur.
Schildehof - Schilde
Het Schildehof in Schilde is een eeuwenoud kasteeldomein met een bewogen geschiedenis en vele opeenvolgende eigenaars. De laatste en meest bekende eigenaar was baron Henri van de Werve. Hij was lange tijd de burgemeester van Schilde. Van het kasteel resten nog enkel de grondvesten. In de voormalige moestuin van het kasteel is nu de Dodoenstuin gereconstrueerd. In deze tuin met zijn renaissance-elementen zijn de kruiden aanwezig beschreven in het Cruydenboeck van Rembert Dodoens.
Aan de overzijde ligt de Bijentuin, een bloemen- en insectentuin waar de verschillende bestuivingstechnieken worden voorgesteld. Achteraan in het park kun je rond het Heempark De Pont wandelen. Hier worden enkele waardevolle en zeldzaam geworden landschapstypes uit onze contreien beheerd door Natuurpunt.
Het Schildehof is open van maandag tot vrijdag tussen 9:30 en 12u en 13:30 tot 16u.
Groot Kasteel van ’s-Gravenwezel
Het kasteel van ’s Gravenwezel werd gebouwd in de 13de eeuw. Het heeft een dubbele omwalling. De ronde hoektoren stamt uit de 14de eeuw terwijl de gotische oost- en noordgevel uit de 15de eeuw dateren. Het barokke poortgebouw kwam er in de 17de eeuw. Het kasteel is dus zeker de moeite waard voor liefhebbers van verschillende bouwstijlen.
Enkele weekends per jaar zet het kasteel, dat privé wordt bewoond, de deuren open!
Watertoren - Turnhout
Een van de bezienswaardigheden in Turnhout, is de watertoren. Op 19 juni 1904 werd de waterleiding officieel 'ingespoten' door de toenmalige prins Albert door middel van twee fonteinen die op de Grote Markt waren opgesteld. De 38 meter hoge watertoren werd in 1987 als monument beschermd en is de oudste en enige in zijn soort in Vlaanderen.
De watertoren was in gebruik tot in 1971. De metalen kuip van het hangbodemtype heeft een inhoud van 460 kubieke meter. In oktober 1992 begon men aan de restauratie van de toren, het kopstuk en de dakconstructie.
TIP: Wil jij ook de mooiste bezienswaardigheden van Turnhout bezoeken? Download onze gratis stadswandeling Turnhout.
Kasteel van Turnhout
Het kasteel mag je zonder overdrijven als de bakermat van Turnhout omschrijven. Het bestond met zekerheid reeds in 12de eeuw. Het was de residentie van de hertogen van Brabant en hun opvolgers, die in de bossen in de nabije omgeving een uitstekend jachtterrein vonden. In 1648 kwam het kasteel in handen van het geslacht van Nassau. Onder het bewind van Amalia van Solms werd het slot verbouwd en kreeg het zijn huidig uitzicht. Boven de toegangspoort zie je het wapen van Maria van Zimmeren, dochter van Amalia van Solms. Tijdens de Franse Revolutie werd het kasteel ingericht als gerechtshof en gevangenis.
- Na 1830 geraakte het gebouw in verval en er werd zelfs aan afbraak gedacht, In 1908 werd het door de provincie aangekocht en van de sloop gered.
- Een recente restauratie gaf het kasteel de vroegere glorie terug.
- Op de binnenkoer staat “Montezuma”, een kunstwerk van Roel D’Haese.
- Buiten in de slotgracht ligt het monumentale beeldhouwwerk “Najade” van beeldhouwer Rik Poot. In het kasteel zetelt nu de Rechtbank van Eerste Aanleg.
Individuele bezoeken zijn hier jammer genoeg niet mogelijk, maar je kan wel een bezoek in groep boeken via de website.
Nationaal Museum van de Speelkaart - Turnhout
Het museum brengt de geschiedenis van de speelkaart in beeld. In de zaal 'Harten 5' wordt het verhaal in een originele vorm 'verteld'. Hoe de oude speelkaart nog toepasselijk is in de multimediale wereld van vandaag wordt bewezen in de Zaal van de Toekomst, ontworpen door Cartamundi, de wereldspeler op gebied van productie van kaartspelen en bordspellen. Daarnaast worden ook de verschillende productietechnieken getoond.
Door de redelijk grote oppervlakte kunnen de oorspronkelijke - en nog werkende - machines tentoongesteld worden. Het absolute pronkstuk is een authentieke stoommachine! Ervaren vaklui geven hier regelmatig demonstraties van de druktechnieken.
Dit is één van de weinige musea in de wereld die de speelkaart onder de aandacht brengt. De reden ligt bij de prominente rol die de Turnhoutse grafische industrie speelde bij het vervaardigen van speelkaarten sinds de 19de eeuw. In de 20ste eeuw groeide Turnhout uit tot de enige fabrikant van speelkaarten in de Nederlanden en met de firma Cartamundi tot één van de belangrijkste producenten op wereldvlak.
De openingsuren van het museum kan je terugvinden op de website, daar kan je ook een rondleiding met een gids boeken.
Het klooster van Vorselaar
Het klooster van de Zusters der Christelijke Scholen werd in 1820 gesticht door priester Lodewijk Vincent Donche en gravin Regina della Faille. Ze wilden hier een ‘werkschool’ maken voor arme kinderen, in een huisje dat de gravin hiervoor al in 1819 kocht.
De schoolmeesteressen Adriana Maria Touwenberger en Maria Petronella Backers, twee vrome jongedames uit Tilburg, leefden er op verdoken wijze als ‘zusters’. Het Hollands bewind verleende immers geen goedkeuring aan onderwijscongregaties. Pas na de onafhankelijkheid van België kon de congregatie zich openlijk profileren. Onderwijs werd de voornaamste doelstelling van het klooster.
- Vanaf 1870 kende de congregatie een enorme expansie, waardoor een uitbreiding van het klooster noodzakelijk werd.
- In 1903 werd het oude klooster, dat sinds het ontstaan al regelmatig was uitgebreid, grotendeels afgebroken en kwam een ruim, nieuw klooster in de plaats. Vorselaar kreeg een nieuw gezicht!
- Stilaan ontwikkelden de zusters van Vorselaar zich tot een onderwijskundige autoriteit in België. Het aanbod aan opleidingen werd ook gestaag uitgebreid maar pas in 1944 werd de normaalschool toegankelijk voor leken.
- Vanaf 1950 versoepelde ook het kloosterleven. De zusters mengden zich in het gemeenschapsleven en namen sociale taken op zich.
- Vanaf het einde van de jaren 1960 werden de zusters actief in de missies.
- De congregatie telt vandaag nog enkele honderden zusters.
De veertien kapellekens - Vorselaar
De veertien kappelekens van Vorselaar werden in 1860 opgericht door landbouwer Petrus Verhaert, als dank voor de genezing van een ernstige wonde aan zijn been. Eigenlijk tellen ze niet 14 maar 15 kapellen. In de Onze-Lieve-Vrouwekapel, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën, bevindt zich de eerste statie van de kruisweg, die vervolgt in een rij van 13 pijlerkapelletjes. Aan de overkant vinden we de Calvariebergkapel.
Kasteel van Vorselaar
Het kasteel van Vorselaar is in de vroege Middeleeuwen ontstaan als versterkte houten vesting waar de bevolking terecht kon wanneer er onheil dreigde. De eerste gedaante van het huidige kasteel rijsde op wanneer in 1356 de ‘meestertoren’ gebouwd werd. Tot het begin van de 16e eeuw bleef het kasteel in handen van de heren van Rotselaar.
- Toen de laatste heer van Rotselaar stierf, kwam het kasteel in handen van de familie van Arenberg.
- Uit geldnood verkochten zij het aan Jan Proost, onderkanselier van Brabant. Hij legde de beplanting rond het kasteel aan, trok een eikendreef dwars door het kreupelhout, legde de moerassen in het binnenbos droog en zorgde voor de restauratie van de burcht.
- De restauratie van het kasteel kostte fortuinen: na de dood van Jan Proost bleven zijn weduwe en kinderen met schulden achter. Na nog heel wat omzwervingen werd het kasteel kwam het in 1911 in het bezit van de familie de Borrekens, die het sinds enkele jaren in erfpacht gaf aan een vennootschap.
Het kasteel zelf kan je niet bezoeken omdat het nog steeds als privéwoning gebruikt wordt. Je kan wel vanuit het centrum van Vorselaar gemakkelijk wandelen naar het kasteel om het van op afstand te bewonderen.
Kasteel de Merode - Westerlo
Het Kasteel de Merode is een van de prachtigste kastelen van dit land. Het Kasteel is nog steeds bewoond door de prinsen van Merode. Het gebouwencomplex dat je nu te zien krijgt is van na de laatste grote restauratie in de 19de eeuw. Veel oudere delen dateren nog uit de middeleeuwen (o.a. de donjon).
- Het kasteel en het domein zijn éénmaal per jaar open voor het publiek, tijdens het eerste weekend van juli (Kasteelfeesten). Dan kan je de schatbare kunstwerken bewonderen, wandtapijten, meubelen, schoorsteenmantels, de kapel, …
- Opgepast vergis je niet met het nieuw kasteel van de Merodes. Dat kasteel staat in de Boerenkrijglaan en werd gebouwd in het begin van de 20ste eeuw. Het is nu in gebruik als gemeentehuis.
Lindepaviljoen - Zoersel
Voor de kerk in Zoersel stond vroeger een prachtige, acht eeuwen oude lindeboom. In 1974 werd de door ziekte aangetaste reus omvergehaald. Uit de stam evoceerde Pol Van Esbroeck zowat 85 figuren uit het Zoerselse volksleven. Een Zoerselse pater, een Zoerselse non, de eerste vrouwelijke burgemeester uit de streek en het laatste Zoerselse vrouwtje in Kempense klederdracht staan broederlijk naast elkaar op het zachte lindehout.
Op de takken van de linde verhaalt Mariëtte Coppens de geschiedenis van De Loteling. Hendrik Conscience situeerde dit verhaal in het Boshuisje in het Zoerselbos. De kunstwerken kunnen bewonderd worden in het daartoe in 1990 speciaal gebouwde Lindepaviljoen. Jan en Trien, de hoofdfiguren uit De Loteling, staan bij de ingang van het museum. Kijk voor de openingsuren op www.zoersel.be